Boekbinden is het fysiek samenstellen van een boek uit een aantal aparte vellen papier of ander materiaal zoals dierenhuid. Het ambacht moet ontstaan zijn in de laat antieke tijd, toen men geschriften niet meer op rollen maar op losse vellen papier ging bewaren. Pas met de komst van de boekdrukkunst is dit ambacht een belangrijke rol gaan vervullen in het bewaren van intellectuele eigendom.
Voor de invoering van de boekdrukkunst werden boeken en andere geschriften met de hand overgeschreven als men meerdere exemplaren wilde maken. Boeken waren toen dus letterlijk handschriften. Een typische oplage van een handgeschrift was vaak maar enkele honderden exemplaren of zelfs maar enkele tientallen. Zo zijn dan ook veel boeken uit de oudheid en middeleeuwen voor altijd verloren gegaan toen het laatste exemplaar ervan verdween. Met de introductie van de mechanische drukkunst werd een oplage al snel enkele duizenden exemplaren en was het gevaar van definitief verloren gaan van een bepaald werk een heel stuk kleiner geworden. Hiermee werd de verspreiding van kennis en nieuwe inzichten geweldig versneld. Het belang van de boekdrukkunst voor de massale verspreiding en het behoud van kennis is dan ook zeer groot.
Nooit werd het dagelijks leven in Nederland zo sterk beïnvloed door drukwerk als tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het wel of niet bezitten van een stukje papier kon soms het verschil maken tussen leven en dood. Of tussen inzicht in de oorlogssituatie en een verdraaid beeld van de werkelijkheid. Welke kranten werden er tijdens de Tweede Wereldoorlog opgericht en door wie? En wat waren hun standpunten? Hoe verdraaide de bezetter de waarheid in legale kranten en hoe werd deze vervolgens weergegeven in de illegale pers? Welke risico’s nam het verzet om het drukwerk bij de mensen thuis te krijgen en hoe loste men het probleem van papier- en inktschaarste op?
De Stichting Drukwerk in de Marge is opgericht in mei 1975 door een aantal amateur-drukkers en uitgevers, die de behoefte voelden aan contacten met collega’s. Sinds de oprichting is het aantal contribuanten gegroeid van enkele tientallen tot ongeveer 560. Van hen zijn er zo’n 175 actief als drukker of uitgever; de overigen steunen Drukwerk in de Marge uit sympathie en belangstelling, voor hun genoegen of ‘voor de goede zaak’.
STICHTING GRAFISCH PROEFLOKAAL OMMEN (GPO) DRAAGT ZORG VOOR ONS GRAFISCH ERFGOED
De helft van de grafische musea is actief op het gebied van hoog-, vlak- en diepdruk, de andere nelft richt zich op andere grafische zaken o.a op papier- fabricage.
De linosnede of linoleumsnede is een hoogdruktechniek, waarbij een afbeelding wordt uitgesneden uit een stuk linoleum. Er bestaan speciale zachte linoleumsoorten voor kunstenaars. De techniek is te vergelijken met de houtsnede. Omdat het snijden in de plaat linoleum makkelijker is - het materiaal is zachter - kunnen vloeiender lijnen ontstaan, maar een linosnede is doorgaans wat grover van tekening. Daardoor is hij beter dan de houtsnede geschikt voor grotere vlakken en grote formaten. De drukvlakken zijn gladder en missen de nerftekening van het hout.
Papier is een materiaal waarop kan worden geschreven en getekend en dat kan worden bedrukt door middel van een druktechniek. Het is doorgaans wit gemaakt door een bleekproces van de grondstoffen. Het kan worden gemaakt van natuurlijke grondstoffen zoals riet, bamboe of hout, of door hergebruik van materialen zoals oude kleding of oud papier. Het woord papier komt van de Cyperus papyrus, een rietsoort die in Egypte langs de Nijl groeit.
De oudste vlakdruktechniek (1798 ) uitgevonden door A. Senefelder in München, het is de voorloper van de huidige vlakdruk (offsetdruk). Op een vlakke gladde steen (kalksteen) wordt met vetkrijt het beeld getekend. Daarna wordt de steen met een spons nat gemaakt. De steen wordt nat op de plaatsen waar geen vetkrijt zit. Hierna wordt er inkt op de steen aangebracht met een rol, de inkt hecht alleen op de plaatsen waar het vetkrijt zit. Daarna wordt onder druk een afdruk op papier gemaakt. Deze techniek (ook wel directe lithografie genoemd) wordt tegenwoordig nog door kunstenaars gebruikt.
Typografie, van het Griekse τύπος (tupos: slag, vorm, afdruk) en γράφειν (grafein: schrijven), is de kunst van het vormgeven, zetten en drukken van tekst, zowel voor functionele als esthetische doeleinden. Daarbij speelt de opmaak van tekstblokken, de bladspiegel alsook de keuze van lettertypen, vette en cursieve varianten, witruimte en interpunctie een belangrijke rol. Oorspronkelijk was het belangrijkste medium voor de typografie het boek. Bij formulieren, webpagina's, interactieve cd-roms, reclame-uitingen of waarschuwingsborden is typografie echter ook niet meer weg te denken. Typografie dient rekening te houden met het medium en doel van de geschreven teksten. Deze stellen verschillende eisen voor leesbaarheid en opvallendheid.
doormiddel van het verzamelen van linkjes over de boekdrukkunst hoop ik een kleine bijdrage te kunnen leveren aan het behoud van het Grafische Erfgoed, heeft iemand nog linkjes die op deze website niet mogen ontbreken mail deze dan even naar: wbboekdruk@ziggo.nl